96

 

De waarheid kwetst. Dat bewees Marc Hooghe in zijn opiniestuk in De Morgen. Hij vergeleek de heftige reacties op Fabre’s katincident met de lauwe reacties op de vele verhalen van gaybashing, o.m. in het één programma Volt en het reportageprogramma Panorama. Ik kan helaas niet anders dan het met hem eens zijn. Toen ik het nieuws over de twee reportages hoorde, en ze daarna ook zag, voelde ik haast de schouderophaling van de kijker en ontwaarde ik hier en daar wel hoogstens een lauwe zucht. Dat kwetst, want het is waar. 

Zonder zonde, eerste steen

De reportages maakten pijnlijk duidelijk hoe ver we in dit land al staan met tolerantie en aanvaarding. We zijn voor de wet gelijk, het zou er nog aan moeten mankeren. We leven in een maatschappij die ons allemaal een wettelijke bescherming biedt en de Wetstraat garant staat voor een gelijke behandeling. Helaas wil de Dorpstraat niet mee. En dan heb ik het niet alleen over Molenbeek of andere verpauperde wijken van Brussel, Luik of Antwerpen. Dan heb ik het ook over Platse in Lauwe, of de Lange Munt in Gent. Ik heb het niet enkel over religieuze fanatici, maar ook over flinke burgers met een kerstboom en een stel geverfde eieren bij het paasdiner. Daarmee wil ik aberrant gedrag niet vergoelijken. Armoede is geen reden voor crimineel gedrag. Ik wil er de publieke opinie enkel voor waarschuwen dat er dringend ook eens in eigen boezem moet gekeken worden.

Zoals de reportages op tv toonden, gaat het vaak over niet goed te keuren gedrag van moslimjongeren. Ik hoop dat gauw werk wordt gemaakt van verbetering van hun gedrag. Ik mag ook hopen dat de reportages niet als islamofoob excuus zullen dienen. Hoe vaak worden jeanettenmoppen verteld tijdens het maandelijkse familiefeest? “We mogen toch nog wel eens lachen zeker”, oppert Nonkel X geestig en Tante Y maant dan aan om de kroketten niet koud te laten worden. Ik mag van geluk spreken dat Nonkel X mij aanvaardt, hij is immers een moderne man, zolang ik maar geen avances maak of zolang ik het maar niet toon. “Dat is evident.”, zegt hij, en knijpt Tante Y in de billen. Het verbaast me telkens weer dat hij zelf de ironie van zijn woorden niet inziet. Wat hij toont, heet normale affectie – al valt dat ook te betwijfelen – en wat ik toon, heet afwijkend gedrag.

Waarheid kwetst

Wat gaan we daar aan doen? Gaan we binnenkort het gesprek aan met de blanke middenklasseman die homo’s tolereert zolang ze maar niet tonen dat ze bestaan? Spreken we binnenkort aan de tafel van Reyers Laat met de pareldragende moeder die de was van haar lesbische dochter niet meer wil mengen met haar eigen, uit vrees voor besmetting? Marc Hooghe sprak over de lauwe publieke reactie. Zoals zo vaak grijpt die publieke reactie pas in als het nieuws zich vlak onder de kerktoren voltrekt. Brussel is ver weg en homo’s in Wallonië zijn zo nodig nog onzichtbaarder. Misschien moeten we mij dan maar eens volgen wanneer wanneer ik me moet verantwoorden voor een jury blanke netjes gecoiffeerde moraalridders voor mijn schoenen of mijn broek.

Homofobie uit zich niet alleen in gemeen en gewelddadig gedrag van moslimjongeren. Ze uit zich zeker ook anders. Ik weet nog dat een jongen uit mijn klas, een notoire casanova, mij proficiat wenste omdat ik me had geout. Hij had het zelf nooit gedurfd, hij noemde me moedig. Ik ben er zeker van dat hij het goed bedoelde, maar ik ben het vreemd blijven vinden. Waarom zou hij dat nooit hebben gedurfd? Was dat gedachte dat hij homoseksueel zou zijn dan zo beangstigend? Werd hij, hoewel hij opgroeide in een welgesteld en hoogopgeleid milieu, dan nooit omringd door mensen die hem steunden? Het was pas jaren later, toen hij me lastig viel in een Gents café vol pinten en blauwe hemden, dat ik het begreep. Men is niet tolerant, ik word getolereerd. Helaas is dat een groot verschil.

Dat kwetst. Het is dan ook de waarheid.

1 reactie

Opgeslagen onder Uncategorized

Een Reactie op “96

Plaats een reactie